Fundatis Update 14

Fundatis kennisupdate

Fundatis voor het onderwijs van morgen

De vorige Fundatis-kennisupdate dateert alweer van een tijd geleden. Dit jaar proberen wij meer kennis en ervaring te delen via onze LinkedIn pagina. Wij nodigen u van harte uit om ons via dit medium te volgen; wij houden u hier graag op de hoogte van nieuwsitems uit het hoger onderwijs, verdieping in een verscheidenheid aan onderwerpen in de vorm van artikelen, interviews en opiniestukken en de actualiteiten vanuit Fundatis zelf. Uiteraard blijven wij hiernaast ook de kennisupdate versturen, maar wellicht in een wat mindere frequentie dan u van ons gewend bent.

Deze keer een bijzondere aandacht voor het artikel dat gaat over het bestuur, beheer en ondersteuning van nieuwe SaaS-onderwijssystemen. Hogeronderwijsinstellingen staan bij de implementatie en het beheer van de (nieuwe) SaaS-onderwijssystemen diverse veranderingen te wachten. Hoe organiseer je bijvoorbeeld het beheer en de ondersteuning van een nieuw SaaS-systeem, zoals een LMS, digitaal toetssysteem of e-portfolio? In dit artikel worden praktische aanbevelingen gegeven hoe om te gaan met deze veranderingen en uitdagingen.

Ook stellen wij met veel genoegen twee nieuwe adviseurs aan u voor: Dianne Akkerhuis en Pieter Wolf.

Veel leesplezier en een fijne zomer toegewenst!

Even voorstellen

Dianne Akkerhuis

Dianne Akkerhuis
“Ik kijk met een frisse en open blik naar complexe onderwijslogistieke en organisatorische vraagstukken. Als ervaren teamleider en projectleider focus ik me op de overkoepelende doelstellingen van de onderwijsinstelling en de mensen in mijn team waarmee ik deze doelen wil bereiken. Ik streef naar voortdurende groei en ontwikkeling van zowel mensen als organisatie. Vol enthousiasme ga ik samen op zoek naar pragmatische en innovatieve oplossingen om de kwaliteit van het hoger onderwijs blijvend te verbeteren.”

Pieter Wolf

Pieter Wolf
“Ik zet mijn energie en enthousiasme in om de kwaliteit van onderwijs duurzaam te verbeteren. Door mijn ervaring met onderwijsinnovatie ken ik de kansen en uitdagingen van thema’s zoals flexibilisering, personalisering en digitalisering. Mijn analytische blik, inzicht in sociale verhoudingen en mijn oog voor de unieke context van onderwijsinstellingen zorgen ervoor dat ik op een efficiënte manier doelstellingen behaal en een passende waarde toevoeg aan de instelling.”
Pieter heeft onlangs een blog geschreven waarin hij reflecteert op zijn eerste maanden bij Fundatis daarbij tips deelt om wijzer om te gaan met trends, zie hier: Kiezen voor innovatie – maar hoe?

naar boven

Expertise

De vierde industriële revolutie vraagt om samenwerking tussen hoger onderwijs, overheid en bedrijfsleven

De vierde industriële revolutie die in het teken staat van robotisering, kunstmatige intelligentie, nanotechnologie, Internet of Things en 3D-printen is in volle gang. Tegelijkertijd ligt de focus van veel instellingen in het hoger onderwijs nog sterk op de gevolgen van de derde industriële revolutie zoals computers en digitalisering. Op welke wijze gaan instellingen in het hoger onderwijs de nieuwe uitdagingen te lijf? In dit artikel werpen we een eerste blik op één oplossingsrichting: samenwerkingsverbanden tussen hoger onderwijs, overheid en bedrijfsleven.

Inleiding
Het hoger onderwijs is nog sterk bezig met de gevolgen van de derde industriële revolutie, die in het teken stond van ICT en digitalisering. Veel van het werk dat Fundatis doet heeft sterke raakvlakken met digitalisering in het onderwijs. Zo publiceerde we onlangs het artikel Digitalisering in het hoger onderwijs om een deel van de kennis die wij hierin de afgelopen jaren hebben opgedaan te delen. Hoewel er rondom dit onderwerp nog veel kansen en uitdagingen liggen, kijken we ook vooruit naar de vraagstukken van de toekomst. Hoe om te gaan met de vierde industriële revolutie lijkt hierbij één van de belangrijkste vraagstukken te worden.

De vierde industriële revolutie
Met de vierde industriële revolutie (World Economic Forum, 2016) verdwijnen de lijnen tussen de fysieke, digitale en biologische wereld. Onderwerpen die hieronder vallen zijn bijvoorbeeld robotisering, kunstmatige intelligentie, nanotechnologie, Internet of Things en 3D-printen. Deze onderwerpen zijn bij de meeste instellingen al vertegenwoordigd in toekomstvisies op het onderwijs en onderzoek. Tegelijkertijd gaan de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen in een hoge versnelling verder, waardoor instellingen in het hoger onderwijs hierop aangehaakt moeten blijven. Een van de manieren waarop instellingen met deze uitdaging omgaan is door het aangaan van samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen, overheidsinstellingen en het bedrijfsleven, ook wel samenwerking in de ’triple helix’ genoemd.

In incubators, centra, netwerken, platforms, labs en parks zoeken overheid, bedrijven en instellingen elkaar op. De voordelen van een betere samenwerking tussen deze drie partijen voor de instellingen in het hoger onderwijs lijken evident: een betere aansluiting tussen onderwijs, arbeidsmarkt en de (lokale) economie. Tegelijkertijd dient er enige voorzichtigheid te worden betracht. De doelstelling van de drie actoren overlappen deels, maar zijn ook in conflict met elkaar. De kracht van een dergelijke samenwerking zit hem er dan ook in dat overheid, onderwijsinstelling en het bedrijfsleven de eigen individuele doelstellingen kunnen behalen met respect voor de doelstellingen van de andere actoren. Succesvolle samenwerking vraagt dus om goede, heldere afspraken en onderling vertrouwen.

Voorbeelden
Een aantal voorbeelden van samenwerkingsverbanden die goed aansluiten bij de vierde industriële revolutie zijn The Innovation Center for Artificial Intelligence (ICAI), de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) en het Jheronimus Academy of Data Science (JADS). Het ICAI is een nationaal initiatief met een focus op gedeelde technologische ontwikkeling tussen het hoger onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid op het gebied kunstmatige intelligentie. De RDM was een belangrijke scheepswerf, die bijna een eeuw lang zorgde voor scheepsnieuwbouw, scheepsreparatie en machinebouw. Vandaag de dag is RDM Rotterdam dé plek voor innovatie in de haven, waar studenten, onderzoekers en bedrijven samenwerken aan technische projecten. Tot slot is het JADS een ecosysteem in Noord-Brabant met een focus op het creëren van waarde voor het bedrijfsleven en de maatschappij gebaseerd op data-inzichten met een basis in het onderwijs en onderzoek. Deze samenwerkingsverbanden bestaan uit een combinatie van verschillende instellingen in het hoger onderwijs, overheidsorganisaties en private organisaties en zijn daarmee mooie voorbeelden van samenwerking in de triple helix om de uitdagingen van de vierde industriële revolutie het hoofd te bieden.

naar boven

Expertise

SaaS-onderwijssystemen, wat betekent dit voor support en beheer? De juiste medewerker op de juiste plek

Hogeronderwijsinstellingen staan bij de implementatie en het beheer van de (nieuwe) SaaS-onderwijssystemen diverse veranderingen te wachten. Hoe organiseer je bijvoorbeeld het beheer en de support van een nieuw SaaSsysteem, zoals een Learning Management System (LMS), digitaal toetssysteem of e-portfolio? In dit artikel worden praktische aanbevelingen gegeven hoe om te gaan met deze veranderingen en uitdagingen. De kern van dit artikel: het is van doorslaggevend belang dat een onderwijsinstelling genoeg capaciteit heeft, de juiste kennis en kunde in huis heeft én de juiste medewerker op de juiste plek aanstelt.

Lees hier verder voor het volledige artikel.

naar boven

Klantcase

Hoe ePortfolio wél succesvol kan worden geïmplementeerd in het hoger onderwijs

Een ePortfolio biedt vele onderwijskundige voordelen. Toch wordt het in het hoger onderwijs nog zeer beperkt gebruikt, onder andere omdat er bij de implementatie verschillende uitdagingen oplevert. In dit artikel bespreken we wat er nodig is om ePortfolio wél succesvol te implementeren in het hoger onderwijs.

Meerwaarde van ePortfolio
Het gebruik van ePortfolio biedt verschillende mogelijkheden. Als instelling kun je de student meer inzicht geven in het eigen leerproces, bijvoorbeeld door vakoverstijgende competenties te koppelen aan leeractiviteiten. Ook kan de student met een ePortfolio opgedane kennis en vaardigheden tonen aan externe partijen zoals (toekomstige) werkgevers. Andersom kan de student ook elders opgedane competenties binnen de het ePortfolio zichtbaar maken, bijvoorbeeld om vrijstellingen binnen de eigen instelling te krijgen.

ePortfolio als onderdeel van een LMS
Veel instellingen hebben in de afgelopen jaren een nieuw leermanagementsysteem (LMS) aangeschaft. In veel gevallen bevatten deze ook een ePortfoliofunctionaliteit. Deze zijn in te zetten als assessment- en als ontwikkelingsportfolio, maar zijn over het algemeen minder geschikt als showcase-portfolio. Deze functionaliteit zit vaak standaard bij het LMS inbegrepen en integreert daarmee automatisch met het LMS. Van extra kosten voor de aanschaf van ePortfoliosoftware is dus geen sprake.

Drie randvoorwaarden voor implementatie
Een ePortfolio biedt dus didactische voordelen en de functionaliteit is vaak technisch beschikbaar. Toch blijkt ePortfolio nog niet massaal te worden toegepast. Enerzijds omdat de mogelijkheden van het ePortfolio nog geen groot podium hebben gekregen door onbekendheid met de functionaliteit, anderzijds omdat er gefaseerd wordt geïmplementeerd en de prioriteit eerst ligt op de implementatie van de andere functionaliteiten van het LMS. Daarbij vraagt de implementatie om een aantal belangrijke randvoorwaarden om deze succesvol te laten verlopen. Wij schetsen hier drie van deze randvoorwaarden.

  1. Zorg voor een onderwijskundige visie op het gebruik van ePortfolio
    Waarom wil je als opleiding starten met het gebruik van ePortfolio? Pas als je deze vraag kan beantwoorden en een duidelijke visie hebt gevormd over hoe ePortfolio een positieve bijdrage kan leveren aan onderwijskundige doelstellingen, kun je de volgende stappen zetten. Pas dan kun je bepalen welke applicatie het beste past en of reeds beschikbare applicaties hieraan kunnen voldoen. Vervolgens kun je bepalen hoe en wanneer er met het gebruik van ePortfolio kan worden gestart.
  2. Zorg voor realistische verwachtingen over de kwaliteit van het ePortfolio
    Bij voorkeur kan een ePortfolio alles. Een ideale ePortfolio-tool is gebruiksvriendelijk, biedt feedback- en reflectiemogelijkheden en heeft een ePortfolio dat makkelijk is te delen met zowel docenten als externen. De waarheid is dat de huidige ePortfolio-tools nog voor verbetering vatbaar zijn. Niet alle gewenste functionaliteiten zijn beschikbaar en/of niet alle beschikbare functionaliteiten werken even gebruiksvriendelijk. Dit hoeft geen probleem te zijn, zolang je maar bewust bent van deze beperkingen. Goed communiceren over wat de krachten en de zwaktes zijn van het ePortfolio is daarom cruciaal voor een goede implementatie
  3. Zorg dat studenten en docenten de complexiteit van het gebruik van ePortfolio niet onderschatten
    De student in vijf minuten een prachtig ePortfolio bij elkaar laten klikken en deze vervolgens direct laten delen met medestudenten, docenten en/of externen. Dat is de ideale situatie. In de praktijk word je als docent en student voor veel vragen gesteld. Hoeveel vrijheid wil de docent geven aan de studenten? Hoe wil de studenten dat het eigen ePortfolio eruitziet? Wil de student van elke reactie op het ePortfolio een melding krijgen? Wat voor rechten wil de student anderen op het eigen ePortfolio geven? Zodra je weet wat je wil volgt vervolgens de vraag hoe je dit praktisch gaat realiseren binnen de applicatie. Het vraagt zowel van de docenten als de studenten een realistische tijdsinvestering om hier goed mee overweg te kunnen
    Hiervoor is goede ondersteuning essentieel. Handleidingen, trainingen en ‘hands-on’ ondersteuning voor docenten kan hiervoor zorgen. De docenten moeten de applicatie immers zowel vanuit docent- als studentperspectief begrijpen, om deze kennis over te kunnen brengen op de eigen studenten.

Tot slot
Visie, realistische verwachtingen en optimale training zijn dus drie randvoorwaarden die in samenhang kunnen leiden tot een succesvolle implementatie van ePortfolio. Deze drie randvoorwaarden dienen wel enigszins te worden genuanceerd. Er is namelijk geen opleiding, faculteit of opleidingsinstituut hetzelfde. De drie randvoorwaarden zijn altijd geldig, maar zullen per implementatie aangepast moeten worden aan de specifieke cultuur, wensen en mogelijkheden van de doelgroep. Zo wil de ene opleiding gelijk groot beginnen, terwijl een andere opleiding liever eerst op kleine schaal start met de implementatie om te onderzoeken wat de meerwaarde zou kunnen zijn voor het onderwijs. Gedurende de looptijd kunnen de benodigde vragen dan worden beantwoord om te bepalen of het al dan niet wenselijk is om op te schalen. Klein beginnen en de grotere ambities stapsgewijs verwezenlijken is in dit geval de juiste koers.

Meer informatie
Fundatis heeft veel ervaring met de implementatie van ePortfolio software in de rol van projectleider/adviseur. Graag gaan wij met u in gesprek over uw specifieke business case. Neem hiervoor contact met ons op via info@fundatis.nl

naar boven

Bijeenkomst

Samenwerking rondom Data Science

Fundatis organiseert regelmatig salons voor de zelfstandig interim-professionals uit haar netwerk. Dit keer waren wij te gast bij de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) in Den Bosch. JADS is een relatief nieuw en uniek concept in Nederland. De bijzondere samenwerking tussen de provincie Noord-Brabant, de gemeente ‘s-Hertogenbosch, de Tilburg University en de Technische Universiteit Eindhoven is geheel gericht op Data Science. Een samenwerkingsverband dat past in de hedendaagse vraag van de vierde industriële revolutie.

Modern onderwijs op een historische plek
Het monumentale 19e-eeuwse klooster, Mariënburg, is in 2016 getransformeerd naar het Jheronimus Academy of Data Science. Het gebouw ademt sereniteit en heeft de oude stijl op smaakvolle wijze in ere gelaten. De combinatie van oude en moderne architectuur, laten je voelen dat je op een bijzondere plek bent.

De huidige samenleving is een ‘always-on society’
De methode om met behulp van data waardevolle (bedrijfs-)strategieën te ontwikkelen is al eeuwenoud. Door de boekdrukkunst en de mogelijkheid om data op te slaan en op te schalen kwam deze wetenschap in een stroomversnelling. Vandaag de dag leven wij in een ‘always-on society’,waarin iedereen de hele dag data aan het delen is. Dit biedt kansen voor big data analyses en maakt Data Science steeds essentiëler om antwoorden te vinden op de uitdagingen van onze tijd.

De propositie: samenwerking op onderzoek, onderwijs en valorisatie
JADS combineert onderzoek, onderwijs en valorisatie om in te springen op de nieuwe vragen die ontstaan binnen de Data Science. De academie leidt datawetenschappers op die niet alleen analyseren, maar ook programmeren en nadenken over de ethische vragen binnen dit vakgebied. Daarbij moeten bachelorstudenten in hun tweede jaar al een bedrijf opzetten, wat mogelijk wordt gemaakt door de verschillende samenwerkingen met bedrijven en overheid.

De academie biedt een negental data science-programma’s aan op bachelor, master en post-master niveau. Omdat de relatief jonge wetenschap van Data Science vraagt om een nieuwe vaardigheden, streeft JADS ernaar om zogenaamde ‘T-vormige’ wetenschappers te ontwikkelen: met een essentieel begrip van vele onderwerpen én sterke vaardigheden en ervaring in één discipline.

Er zijn veel proposities en variaties van samenwerkingen tussen onderzoek, onderwijs en het ondernemerschap. JADS is nu 2,5 jaar bezig en heeft al mooie resultaten behaald. Er hebben zich meer dan 1400 organisaties aangemeld met de wens samen te werken met de academie, de studenten worden al in de collegebanken gescout voor mooie functies in het bedrijfsleven en de groei in het algemeen is groter dan verwacht.

Grote ambities en gematigde groei
JADSJADS valt te typeren als start-up universiteit, die soms door zichzelf wordt ingehaald. Zo zouden ze het PDEng programma graag willen vergroten, maar is het nog een uitdaging om gematigd te groeien. Ook blijkt de wereldwijde kennisvraag zo groot, dat het moeilijk wordt om goede lectoraten aan de organisatie te binden. JADS zoekt dan ook over de hele wereld naar goede kandidaten. De samenwerking tussen verschillende universiteiten zorgt ook voor extra complexiteit. Met een managementteam met daarin twee decanen van de Tilburg University en twee decanen van de Technische Universiteit Eindhoven heeft JADS hier een goede stap vooruit gevonden.
Waar staat JADS over vijf jaar? De academie wil met haar onderwijs blijven groeien maar daarnaast kleinschalig blijven. Op het gebied van onderzoek wil zij toonaangevend zijn op een aantal fronten. Als het gaat om de bedrijven wil zij een aantal koplopers als partners aan haar verbinden.

naar boven

Bijeenkomst

Creating Tomorrow: Huisvestingsagenda HvA

Fundatis organiseerde een bijeenkomst voor het eigen netwerk van zelfstandig professionals in het hoger onderwijs bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Tijdens deze bijeenkomst gaven Hanneke Reuling (vicevoorzitter CvB) en Bregje Nagtzaam (interim coördinerend manager Huisvestingsagenda) ons een inkijk in de ambities, kansen en uitdagingen op het vlak van vastgoed en huisvesting van de HvA en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de verbondenheid met de stad Amsterdam.

In de snel veranderende wereld verandert het onderwijs en daarmee ook de huisvestingsvraag van onderwijsinstellingen. Hoe zorg je bijvoorbeeld voor het realiseren van een toekomstgerichte en kwalitatief hoogstaande vastgoed- en huisvestingsportefeuille én een reductie van ruimtegebruik en kosten?

De Hogeschool van Amsterdam
De HvA is met meer dan 46.500 studenten en 3.800 medewerkers een grote hogeschool en noemt zichzelf met reden geen onderwijsinstelling maar een kennisinstelling. Studenten, medewerkers en onderzoekers zijn verbonden met bedrijven en instellingen in de stad. Als kennisinstelling die vakbekwame professionals opleidt voor grootstedelijke en internationaal georiënteerde arbeidsmarkt vindt de HvA het haar taak bij te dragen aan de metropoolregio Amsterdam. De visie is dan ook gebaseerd op de volgende 4 pijlers: student, kennisinstelling, samenwerken en Amsterdam. Op vier campussen zijn leren, werken en leven in Amsterdam met elkaar verbonden. Dat is het meest uitgewerkt bij de multidisciplinaire Amstelcampus in het hart van de stad.

Huisvestingsagenda
Hanneke Reuling en Bregje Nagtzaam hebben in relatief korte tijd in samenwerking met alle stakeholders veel veranderingen gerealiseerd. De HvA is vertrokken uit het gebouw aan het Spui en zal ook het gebouw bij het Amstelstation binnenkort gaan verlaten. Tegelijkertijd verandert het onderwijs. Dit wordt kleinschaliger en interactiever, wat invloed heeft op de inrichting van de hogeschool. De verbinding van het aanbod (vastgoed) met de vraag (huisvesting) is hierbij dus een essentieel onderdeel. Met deze uitgangspunten is de huisvestingsagenda bepaald, met als doel: het realiseren van een toekomstgerichte en kwalitatief hoogstaande vastgoed- en huisvestingsportefeuille én reductie van ruimtegebruik en kosten.

De uitwerking ervan gaat langs drie lijnen:

  1. Er wordt gewerkt aan de nieuwste aanvulling op de Amstelcampus: het Conradhuis. Dit gebouw zal ruimte bieden aan diverse faculteiten en opleidingen binnen de HvA. De eerste paal is geslagen op 25 juni 2019 en de verwachte oplevering is medio 2021.
  2. Onderwijsruimten en werkplekken worden gedeeld: de HvA optimaliseert het ruimtegebruik door het flexibiliseren en diversificatie van het onderwijs- en werkgebied. Door elkaars faciliteiten te gebruiken wordt kennis makkelijker gedeeld, wordt ruimte bespaard en kan worden geïnvesteerd in huisvesting die onderwijsinnovatie mogelijk maakt.
  3. Niet alle campussen worden op dezelfde manier ontwikkeld: per campus wordt in gezamenlijkheid gekeken naar de kansen en behoeften.

Succesfactoren
Na de bespreking van deze interessante ontwikkelingen op onderwijs- en huisvesting niveau nemen Hanneke Reuling en Bregje Nagtzaam ons mee in de geleerde lessen van de implementatie van het HvA-brede programma:

  1. Spreek de taal van het onderwijs: en wees tweetalig, vastgoed en huisvesting heeft ook haar eigen taal.
  2. Ondersteun het eigenaarschap van het onderwijs: denk hierbij bijvoorbeeld aan de medezeggenschapsraad.
  3. Informeer onvermoeibaar: investeer in communicatie en het delen van informatie. Maak elk rapport beschikbaar, leg uit wat je gaat doen met het programma en ga vooral de dialoog aan.
  4. Haast je langzaam: luister goed (langzaam) maar boek ook snel resultaat (haast). Men is bang voor het onbekende en zichtbare resultaten geven vertrouwen.
  5. Bestuurlijke betrokkenheid is ontzettend belangrijk
  6. Alle campussen zijn uniek: ze werken niet op dezelfde manier en hetzelfde tempo
  7. Vraag (huisvesting) en aanbod (vastgoed) is een leidend principe: waarbij de regie bij vastgoed ligt op aanbod en match tussen vraag en aanbod bij programma, en waarbij de regie bij huisvesting ligt op vraag en veranderingsopgaven bij decanen/ directeuren.
  8. De interne organisatie moet sterk en op orde zijn.
  9. Betrek studenten!

 

 

 

 

 

De Fundatis Salon wordt een aantal per jaar georganiseerd om kennis te delen binnen het netwerk van zelfstandig professionals in het hoger onderwijs van Fundatis. Eerdere sprekers waren o.a. Bert van der Zwaan (Universiteit Utrecht) en Ron Bormans (Hogeschool Rotterdam).

naar boven