Fundatis Update 15

Fundatis kennisupdate

Fundatis voor het onderwijs van morgen

Nog enkele weken en het jaar 2019 zit er alweer op. Voor Fundatis was het een goed jaar vol met goede inhoudelijke sessies, leerzame leergangen, stabiele interne werkprocessen, leuke congressen en bovenal een jaar vol met mooie opdrachten!

In deze update speciale aandacht voor het artikel ‘Docenten en Digitalisering’; afgelopen voorjaar heeft Fundatis een onderzoek uitgevoerd onder Nederlandse universiteiten met als hoofdconclusie dat er is sprake is van gunstige omstandigheden als het gaat om digitalisering van het hoger onderwijs. Tegelijk werd de kanttekening gemaakt dat ondanks alle inspanningen op het gebied van digitalisering slechts een beperkt aantal docenten de mogelijkheden die digitalisering biedt actief benut. In het artikel ‘Docenten en Digitalisering’ vindt u een gestructureerde weergave van de diverse succesfactoren die we hebben opgehaald bij de Nederlandse universiteiten, aangevuld met onze eigen kennis, ervaring en inzichten en schetsen we een aanpak hoe u hier als onderwijsinstelling invulling aan kunt geven.

Wij nodigen u tot slot van harte uit om ons via onze LinkedIn pagina te volgen; wij houden u hier op de hoogte van nieuwsitems uit het hoger onderwijs, verdieping in een verscheidenheid aan onderwerpen in de vorm van artikelen, interviews en opiniestukken en de actualiteiten vanuit Fundatis zelf. Ook kunt u op onze website alle verdiepende artikelen afzonderlijk raadplegen, lezen en zelfs downloaden als pdf.

Veel leesplezier en tot in 2020!

Inleiding

Fundatis businessplan 2020

Fundatis heeft afgelopen november samen met alle medewerkers en met input van opdrachtgevers vormgegeven aan het businessplan voor 2020. Hierin hebben we vanuit onze missie en kernwaarden teruggekeken naar 2019 en vooruitgeblikt op 2020.

Tijdens deze bijeenkomsten hebben we kunnen concluderen dat 2019 weer een goed jaar was voor Fundatis, waarin we binnen onze opdrachten veel meerwaarde hebben mogen toevoegen aan de bedrijfsvoering binnen het hoger onderwijs en het mbo. Naast het uitvoeren van opdrachten hebben we ook als organisatie weer een volgende stap gezet. Met het aannemen van Pieter Wolf en Dianne Akkerhuis hebben we Fundatis versterkt en binnen ons netwerk hebben we veel gedaan aan kennisdeling door het schrijven van artikelen en het organiseren van salons en ronde tafels.

We zien uit naar 2020, een jaar waar we weer nieuwe ambitieuze plannen voor hebben. Maar ook komend jaar staat weer voorop dat we doen waar we goed in zijn: project- en programmamanagement, advies en interim-management voor onze opdrachtgevers in het onderwijs. Daarmee dragen wij ook volgend jaar weer bij aan het realiseren van optimale onderwijsondersteuning, zodat alle studenten het beste uit hun studie kunnen halen.
naar boven

Expertise

Docenten en Digitalisering: 8 succesfactoren voor effectieve onderwijsvernieuwing

Afgelopen voorjaar heeft Fundatis een onderzoek uitgevoerd onder Nederlandse universiteiten met als hoofdconclusie dat er is sprake is van gunstige omstandigheden als het gaat om digitalisering van het hoger onderwijs. Tegelijk werd de kanttekening gemaakt dat ondanks alle inspanningen op het gebied van digitalisering slechts een beperkt aantal docenten de mogelijkheden die digitalisering biedt actief benut. In dit artikel vindt u een gestructureerde weergave van de diverse succesfactoren die we hebben opgehaald bij de Nederlandse universiteiten, aangevuld met onze eigen kennis, ervaring en inzichten en schetsen we een aanpak hoe u hier als onderwijsinstelling invulling aan kunt geven.

Lees hier verder voor het volledige artikel

Interview

Het Geheim van Goed Programmamanagement: Focus op de Voordelen voor de Stakeholders

Programmamanagement is een complex vak. Vaak wordt een programma opgetuigd om een groot vraagstuk binnen een organisatie aan te pakken of een omvangrijk probleem op te lossen wat meerdere stakeholders en afdelingen raakt en wat een organisatorische verandering beoogd. Het succes van het programma, deze verandering bewerkstelligen, is afhankelijk van mensen. Programmamanagement is dus voor een groot deel mensenwerk, waarbij draagvlak moet worden gecreëerd (én behouden) en grip moet worden gehouden op het behalen van de programmadoelstellingen. En dit alles in een omgeving, waarin de mensen in de lijnorganisatie voornamelijk hun eigen organisatorische doelstellingen voor ogen hebben in plaats van de programmadoelstellingen.

Fundatis kreeg in 2017 van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) de vraag om een kandidaat voor te stellen voor de uitvoering van het Huisvestingsplan 2017-2021 op basis van de Huisvestingsvisie 2017-2027. De programmamanager (bege)leidt de vastgoed- en huisvestingsprojecten in dit programma, die uiteen lopen van nieuwbouwontwikkeling tot renovatie en bijvoorbeeld de implementatie van activiteit gerelateerd werken. Dit is een grote uitdaging, want elke opleiding of faculteit heeft wensen om goed kwalitatief onderwijs te kunnen bieden in een passende omgeving. Deze wensen kunnen verschillen per faculteit, opleiding, maar ook per student, docent of het ondersteunend personeel.

Fundatis heeft hiervoor in Bregje Nagtzaam een uitstekende kandidaat gevonden om deze rol te vervullen. Tijdens een Fundatis Salon presenteerde Bregje Nagtzaam samen met Hanneke Reuling (vice-voorzitter College van Bestuur HvA) de aanpak en resultaten van hun programma bij de HvA. Ook namen zij ons mee in de geleerde lessen van de implementatie van het huisvestingsprogramma. Het huisvestingsprogramma van de HvA, of later de huisvestingsagenda, heeft impact op grote aantallen studenten, docenten en ondersteuners van verschillende opleidingen en faculteiten, die allemaal gehecht zijn aan hun fijne studeer-, doceer- en werkplek. Reden voor Fundatici Robbie Nijsse en Dianne Akkerhuis om in een verdiepend gesprek met Bregje Nagtzaam nader in te gaan op de succesfactoren.

Lees hier verder voor het verdiepende gesprek

Bijeenkomst

Accrediteren in tijden van flexibilisering

Fundatis organiseert een aantal keer per jaar verdiepende bijeenkomsten waarbij wij onszelf en onze associates up-to-date houden rondom specifieke onderwerpen in het hoger onderwijs. Dit keer was Luut Kroes, directeur van de afdeling Nederland bij de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie) onze gast. Met hem hebben we gesproken over de uitdagingen rondom accreditatie in tijden van toenemende flexibilisering.

Door het aanbieden van flexibele studentenroutes krijgen studenten steeds meer mogelijkheden om zelf te bepalen welke vorm en inhoud hun opleiding heeft. Hierdoor zal het traditionele concept ‘opleiding’ een nieuwe betekenis gaan krijgen. Wat betekent het voor het accreditatieproces als studenten geen vastomlijnde opleiding meer volgen?

NVAO in vogelvlucht

De NVAO is een onafhankelijke toezichthouder die als doel heeft te zorgen voor kwaliteitsborging en het bevorderen van de kwaliteitscultuur van het bekostigde en niet-bekostigde onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Concreet betekent dit dat zij beoordelen of opleidingen voldoen aan de gewenste kwaliteit. Een student die een diploma behaalt bij een geaccrediteerde opleiding is zo verzekerd van de kwaliteit van deze opleiding. Als de accreditatietoets niet gehaald wordt, krijgt de betreffende opleiding twee jaar de tijd om zich te verbeteren en alsnog geaccrediteerd te worden.

Review panel

Niet alleen de opleidingen, ook de instellingen zelf worden beoordeeld. Als de instelling positief wordt beoordeeld, onderzoekt de NVAO de opleidingen vervolgens minder diepgaand. Bij een negatieve beoordeling, vindt er een intensief onderzoek plaats. Het accreditatieonderzoek wordt uitgevoerd door een review-panel. Dit panel bestaat uit een aantal onafhankelijke deskundigen, waaronder ook één student. Het kan soms uitdagend zijn om een review panel samen te stellen. In het geval van kleine opleidingen, zoals bijvoorbeeld een dansopleiding, blijkt het lastig om onafhankelijke panelleden te vinden.

Accreditatiegesprek

In het verleden was het gesprek met de opleiding voor de accreditatie een soort audit. Tegenwoordig wordt er voorafgaand aan het gesprek al onderzoek gedaan naar de opleiding, zodat er tijdens het gesprek zelf ook ruimte is voor de toekomstige ontwikkeling van de opleiding. Vroeger werd er nog wel eens gediscussieerd over de onderwijsvisie. Nu wordt dit niet meer gedaan omdat verschillende meningen hierover niet bepalen of een opleiding de nodige kwaliteit heeft. Er wordt wel getoetst of de manier waarop het onderwijs wordt gegeven wel aansluit bij de gekozen onderwijsvisie.

Een review-panel voert daarnaast vaak clustervisitaties uit. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld alle universitaire bacheloropleidingen Psychologie onderzoeken. Hierdoor kan er onderling beter vergeleken worden en beter advies worden afgegeven over de kwaliteit van de betreffende opleidingen. Aan het einde van het proces stelt het review panel een rapport op. Hierin wordt over de ontwikkeling gerapporteerd en geeft het panel haar oordeel. Dhr. Kroes zet nog wel de kanttekening dat een accreditatie geen garantie is dat er niks fout kan gaan bij een opleiding of instelling.

Accreditatie en flexibilisering

Flexibilisering is nog lang niet overal (goed) georganiseerd. Ook de achterliggende discussie wordt nog uitgebreid gevoerd. Is flexibilisering wel geschikt voor alle studenten? Hebben zij niet juist behoefte aan de structuur van het traditionele systeem? Toch is de beweging onvermijdelijk ingezet en zal het begrip ‘opleiding’ langzaam een nieuwe betekenis krijgen. Opleidingen die niet meer aan traditionele formats voldoen, vragen ook om andere accreditatiemethodes en er zullen dan ook andere instrumenten moeten worden ontwikkeld.

Uitdagingen

In de praktijk bestaan er vanuit accreditatieperspectief nu al verschillende uitdagingen door toenemende flexibilisering. Zo kiezen opleidingen steeds vaker voor werkplekleren. Betekent dit dat de NVAO de kwaliteit van al deze werkplekken ook zou moeten toetsen of zou deze verantwoordelijkheid bijvoorbeeld bij de instelling gelegd worden? Een ander voorbeeld zijn deeltijdopleidingen die steeds vaker een minder traditionele opzet hebben, zoals deeltijd PABO´s die juist kortdurend en intensief zijn. Bij de beoordeling van dit soort nieuwe onderwijsvormen zullen ook andere vragen gesteld moeten worden om te bepalen of de kwaliteit van dit soort opleidingen goed geborgd is.

Instellingsaccreditatie

Volgens Dhr. Kroes is het mogelijk dat er een beweging zal ontstaan waarbij de focus ligt op de instellingsaccreditatie. Als een instelling is geaccrediteerd, krijgen ook de opleidingen binnen deze instellingen het stempel dat zij voldoen aan de vereiste kwaliteitseisen. De verantwoordelijkheid van opleidingsaccreditatie komt zo bij de instelling te liggen. Een student moet er dan vanuit kunnen gaan dat een opleiding binnen een geaccrediteerde instelling altijd de gewenste kwaliteit heeft. Steekproefsgewijs zullen opleidingen dan nog wel worden onderzocht. Een andere mogelijkheid is risicogericht toezicht. Door middel van data- en risicoanalyse wordt bepaald bij welke opleidingen het risico op onvoldoende kwaliteit aanwezig is en waar dus verder onderzoek gedaan moet worden.

Afsluitend

Het hoger onderwijs zit middenin het proces van toenemende flexibilisering. De besproken uitdagingen en de mogelijke oplossingen laten zien dat alle aspecten van de organisatie van het hoger onderwijs beïnvloed worden door deze verandering. De toekomst zal uitwijzen welke vormen opleidingen zullen aannemen in een geflexibiliseerd stelsel en hoe deze vervolgens geaccrediteerd zullen worden.

naar boven