Fundatis Update 11

Fundatis Update 11

Expertise

Micro-credentialing en Leven Lang Leren

micro credentialsMicro-credentialing heeft de potentie het HRM-domein blijvend te veranderen. Het onderwerp heeft raakvlakken met Leven Lang Leren en biedt kansen (en uitdagingen) voor onderwijsinstellingen. Wat zijn micro-credentials, wat kunnen onderwijsinstellingen ermee en waar zit de afhankelijkheid met het HRM-domein? Fundatis zoomt in op één van de onderwerpen uit de versnellingsagenda zoals die vorig jaar gepresenteerd is tijdens de SURF Onderwijsdagen.

Wat zijn micro-credentials?
Micro-credentials zijn mini-kwalificaties die vaardigheden, kennis en/of ervaring in een bepaald vakgebied aantonen. Ze kunnen zowel binnen als buiten de formele onderwijscontext behaald worden. Bij micro-credentials in het onderwijs, populair ook wel nanodegrees genoemd, wordt een traditionele kwalificatie zoals een diploma of een graad opgesplitst in meerdere micro-credentials. Voor micro-credentials buiten de formele onderwijscontext zijn de mogelijkheden eindeloos. We kennen groepen credentials die betrekking hebben op zaken als leiderschap, gemeenschapszin en hulpvaardigheid. Net zoals in dit stuk worden micro-credentials en badges overigens vaak als synoniem gebruikt.

Drie scenario’s
In een SURF-publicatie uit 2017 worden drie scenario’s geschetst voor het gebruik van badges in het onderwijs:

  1. Badges in gamification. Hierbij worden badges in het leerproces geïntegreerd met het doel de student actiever te laten studeren; ze krijgen na het behalen van een bepaald doel (niveau) een badge uitgereikt. Doorgaans heeft gamification ook een positief effect op de hoeveelheid tijd die de lerende bereid is te besteden. In dit artikel gaan we op deze speciale vorm van badges niet in.
  2. Badges in geaccrediteerd onderwijs. In dit geval wordt een formele leeractiviteit opgedeeld in kleinere leereenheden. Zodra studenten een leereenheid hebben afgerond, ontvangen zij een micro-credential in de vorm van een digitale badge. Deze toepassing is relevant voor een Leven Lang Leren. Leven Lang Leren is een manier om jezelf voor te bereiden op een toekomst waarin je meerdere functies op de arbeidsmarkt vervult. Hiervoor moeten volwassen hun kennis en vaardigheden blijven ontwikkelen om ook richting te kunnen geven aan de eigen carrière. Door datgene wat een student leert te vatten in badges, kan hij of zij zich naar verwachting beter kwalificeren voor andere banen.
  3. Badges als digitaal certificaat voor niet-geaccrediteerd onderwijs en informeel leren. Het gaat hierbij over digitale certificaten van vaardigheden die worden uitgereikt door instituten of bedrijven. Vaak is het digitale certificaat gekoppeld aan een training of opleiding (zoals bijvoorbeeld bedrijfshulpverlening of mindfullness), maar het kan ook gebaseerd zijn op de ervaring die de ontvanger van het digitale certificaat heeft opgedaan door bijvoorbeeld een bepaalde periode actief te zijn geweest als vrijwilliger.

De tijd is rijp
De tijd lijkt rijp te zijn voor micro-credentialing, doordat in sommige bedrijfstakken de waarde van diploma’s afneemt en er meer wordt gekeken naar bekwaamheden en certificaten van de kandidaten. Als voorbeeld kan worden genoemd de ICT-sector. Door een schaarste op de markt van ICT-personeel, zijn werkgevers best bereid te investeren in scholing van personeel en zoeken daarvoor kandidaten die naar verwachting het best op hun plek zijn in de ICT-sector. Werkgevers kijken daarbij niet alleen naar formele diploma’s, maar ook naar de juiste set bekwaamheden.

Verificatie
Voor toekomstige werkgevers is het belangrijk dat de badges waarvan de kandidaat beweert deze te hebben behaald, ook daadwerkelijk (bij de betreffende instelling) zijn behaald en nog altijd actueel zijn. Dit soort vraagstukken maken verificatie van een badge noodzakelijk. Tijdens een presentatie in december 2017 op de Online Educa conferentie in Berlijn presenteerde het IMS Global Consortium onderstaande procesflow (zie figuur hieronder). In deze procesflow geeft de (onderwijs)instelling een badge uit aan de student. Deze student publiceert vervolgens de badge en maakt deze daarmee toegankelijk voor een potentiële werkgever. Het platform waarop de badge wordt gepubliceerd verifieert de geldigheid van de uitgereikte badge.

Meer dan een digitaal papiertje

micro credentialing

De digitale badge is meer dan een digitaal papiertje. De beoogde digitale badge zal (in de toekomst) informatie bevatten over bijvoorbeeld de naam, de criteria waaraan is voldaan, de uitgever van de badge en op welke datum en met welke geldigheid de badge is uitgegeven. Overigens kan de sterk in opkomst zijnde blockchaintechnologie wellicht een rol spelen bij het veilig opslaan en uitwisselen van deze gegevens.

Gevolgen voor het HRM-domein
Als in de toekomst het gebruik van badges daadwerkelijk een vlucht neemt en de effectieve controle op de geldigheid van badges mogelijk wordt, zal dit het HRM-domein stevig beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan de processen rondom werving en selectie. Vanwege de fijnmazigheid van micro-credentialing kan de potentiële werknemer beter dan nu zijn waarde aantonen en de werkgever beter dan nu beoordelen of de kandidaat past bij het gewenste profiel.

Veel uitdagingen
Wel bestaan nog de nodige uitdagingen voor het zover is. Micro-credentialing bevindt zich nu nog in de fase van pilots. Studenten staan hier vaak nog terughoudend tegenover en er zijn (de facto) nog geen standaarden. Ook bestaat nog geen consensus over de vraag langs welk data-element (bijvoorbeeld het studentnummer) de student zou moeten worden gekoppeld aan de badge en hoe de opslag en publicatie van de badge vormgegeven zou moeten worden. Al met al moeten er dus nog vele uitdagingen worden overwonnen:

  • voor informatiemanagers in binnen- en buitenland om te komen tot standaarden, platformen en koppelingen,
  • voor instructional designers en ontwerpers van onderwijscurricula om samen met HRM-ers te komen tot betekenisvolle, betrouwbare badges en
  • voor Fundatis om te zorgen dat er binnen projecten in het onderwijs rondom micro-credentialing aandacht is voor processen, systemen én gedrag en dat resultaat behaald wordt binnen de gestelde kaders van tijd, middelen en kwaliteit.

Meer informatie
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Walter Groen via walter.groen@fundatis.nl

naar boven

Interview

Internationalisering in het onderwijs start bij de basis

Robert CoelenRobert Coelen, lector aan de NHL Stenden Hogeschool, woonde en werkte lange tijd in Australië. Hij was daar als onderzoeker, docent en directeur verbonden aan verschillende universiteiten. Internationalisering in het onderwijs loopt als een rode draad door zijn carrière. Internationalisering biedt niet alleen kansen voor de betrokken studenten, maar ook voor docenten, opleidingen, onderwijsinstellingen en zelfs voor het land zijn er positieve effecten.

Internationalisering werkt – diversity matters
“Toen ik in Australië bij de universiteit van Queensland ging werken, kreeg ik de verantwoordelijkheid om een heel fors bedrag binnen te halen”, vertelt Robert Coelen. “Dit bedrag moest, zo was de gedachte, worden binnengehaald door het aantrekken van buitenlandse studenten. Buitenlandse studenten zorgen niet alleen voor meer inkomsten en een goed imago, maar ze zijn ook heel belangrijk voor het voortbestaan van diversiteit aan studierichtingen. Door het collegegeld dat deze studenten betalen, kan een universiteit verschillende opleidingen blijven aanbieden en behouden lokale studenten de mogelijkheid de opleiding in de buurt te volgen. ”

Anders kijken naar internationalisering
Toen Coelen in Australië werkte, viel het hem op dat de toename van internationale studenten niet automatisch een positieve boost gaf aan het onderwijs. Er was bijvoorbeeld nauwelijks sprake van samenwerking tussen de lokale en internationale studenten. “De buitenlandse studenten hadden een mooi internationaal kader gecreëerd, maar de Australiërs zelf hebben daar weinig van meegekregen. Blijkbaar is er toch meer nodig om de samenwerking tot stand te brengen. Bij NHL Stenden merkten we dat ook. Sinds we daar werken met Problem Based Learning, waarbij studenten uit verschillende landen in multidisciplinaire teams samen problemen oplossen, gaat het veel beter. De uitdaging is ervoor te zorgen dat de studenten uiteindelijk met elkaar aan de slag gaan en zodoende ook profijt hebben van de diversiteit binnen de groep. Internationalisering is daarmee ook meer dan het binnenhalen van buitenlandse studenten. Het is belangrijk dat mensen met verschillende nationaliteiten, culturen, achtergronden, religies en bijvoorbeeld geaardheid leren samenwerken. Door echt samen te werken kunnen complexe problemen worden aangepakt en ontstaan ook betere oplossingen. Kijk ook maar eens naar recent onderzoek van McKinsey & Company (‘Diversity matters’): bedrijven met veel diversiteit in de top begrijpen meer segmenten van de markt en hebben dus ook grotere kans om te groeien.”

Productieve leergroep
Een overtuiging van Coelen is, dat het belangrijk is om zo vroeg mogelijk te beginnen met internationalisering binnen het onderwijs. “Kinderen hebben een open mind naar andere culturen. NHL Stenden heeft contact met vele internationale scholen in Qatar. Daar zitten kinderen uit alle delen van de wereld bij elkaar. Coelen zag dat alhoewel deze kinderen niet dezelfde taal spreken, ze het voor elkaar kregen om binnen twee weken een productieve leergroep te vormen. Kinderen zijn intercultureel zeer creatief en wij als volwassenen leren hen dat (onbewust) af.” Coelen maakt zich daarom hard voor doorlopende leerlijnen in internationalisering van basisonderwijs tot werkplek.

Internationale verankering
Momenteel is Robert Coelen verbonden aan NHL Stenden Hogeschool. Een school met een grote internationale verankering. De school heeft campussen in Zuid-Afrika, Thailand, Bali en Qatar. De hogeschool was van oorsprong voornamelijk gefocust op de hotelwereld en had daarvoor al veel contacten in het buitenland. Via deze contacten hoorden ze bijvoorbeeld dat er in Zuid-Afrika geen fatsoenlijke hotelopleiding was. Er was wel een hotel, waar zo’n opleiding opgezet kon worden. Stenden kocht dit hotel en startte er een opleiding. Om studenten er onder te brengen, waren studentenaccommodaties nodig. NHL Stenden besloot hier de lokale bevolking bij te betrekken. Zij bouwden of verbouwden de accommodaties. Inmiddels is NHL Stenden de economische trekker van deze stad.

Waardevolle contacten
“Door op deze manier te werken, creëer je goodwill en bouw je waardevolle contacten op bij de lokale bevolking”, licht Coelen toe. “Hierdoor kunnen wij onze studenten dingen laten beleven die we hen anders niet zouden kunnen bieden. Zo moest een aantal van onze studenten die in Bangkok was voor de minor ‘International Relations and Diplomacy’ een blog schrijven over hun tijd daar. We hebben kunnen regelen dat ze de prime-minister van Thailand mochten interviewen. NHL Stenden heeft bijvoorbeeld ook een eigen wildpark in Zuid-Afrika. Studenten die bewust willen worden over de zorg voor het milieu, kunnen daar naartoe.”

Grand Tour
“Dit soort ervaringen zorgen ervoor dat onze studenten na hun afstuderen snel aan de slag kunnen. Werkgevers weten dat de studenten met hun ‘voeten in de klei’ hebben gestaan. Ze hebben buitenlandse ervaringen opgedaan binnen de context van ons onderwijssysteem waarvoor bij andere scholen niet de mogelijkheid bestaat. Bij NHL Stenden noemen we dit de ‘Grand Tour’. Studenten van NHL Stenden gaan naar een buitenlandse nevenvestiging van de hogeschool om een van de opleidingen daar te volgen. Ze volgen niet even een vakje in het buitenland, maar ze hebben de mogelijkheid om een deel van de opleiding, zonder tijdsverlies, zonder verlies van studiepunten en met gegarandeerde kwaliteit in het buitenland te volgen.”

Inbedden in curricula
Juist in deze tijd waarin digitalisering en ICT-toepassingen hun intrede doen in het onderwijs, is internationalisering belangrijk. Toekomstige werknemers zullen steeds meer met collega’s over de hele wereld in virtuele teams samenwerken. Dit kan alleen succesvol worden als studenten van nu leren samenwerken met collega-studenten uit andere culturen met andere achtergronden en bijvoorbeeld verschillende religies. Om dit te realiseren is het nodig de internationale context ook echt in te bedden in de curricula en deze te contextualiseren. Elke opleiding en studierichting vraagt een eigen aanpak.

Er is dus nog heel wat werk te verzetten op het gebied van internationalisering van het onderwijs. Coelen is blij dat hij hier aan mag bijdragen. En hij hoopt dat nog lange tijd te mogen blijven doen, want stoppen met werken? Daar moet hij niet aan denken!

naar boven

Even voorstellen

Even voorstellen…

Fundatis blijft groeien. De afgelopen maanden hebben we drie nieuwe medewerkers mogen verwelkomen: Elfi Gooren, Daan Jonker en Yannick Markus. Ze stellen zich graag aan u voor.

Elfi Gooren (Office manager)
Elfi Gooren“Hoe kom je als bioloog bij Fundatis terecht? Een vraag die mij vaak gesteld wordt. Op educatief, persoonlijk en professioneel vlak heb ik altijd geprobeerd om de dingen te doen die ik leuk vind. Voeg hier een opeenvolging van toevalligheden aan toe en voilà: een soort versneld evolutieproces! Ik ben een echte planner en hou ervan om organisatorische taken uit te voeren. Ik haal er veel voldoening uit om dit frisse bedrijf op alle vlakken te ondersteunen om zo uiteindelijk te komen tot een succesvolle dienstverlening.”

Daan Jonker (Adviseur)
Daan Jonker“Omgevingen waar mensen kunnen leren en ontwikkelen inspireren mij; vandaar mijn liefde voor het (hoger) onderwijs. Door mijn juridische achtergrond en ervaring in het hoger onderwijs ben ik in staat om snel complexe situaties te doorzien, prioriteiten te stellen en projecten op een effectieve manier tot een goed einde te brengen. Teamspirit, oog voor detail, doelgerichtheid en enthousiasme zijn kenmerkend voor mijn aanpak.”

Yannick Markus (Junior-onderzoeker)
Yannick Markus“Als student-assistent was ik betrokken bij diverse onderzoeken in het hoger onderwijs. Hierdoor ontstond mijn interesse voor het onderwijs. Het onderwijs is sterk in verandering en ik wil graag snappen welke kant het opgaat. Als junior-onderzoeker help ik Fundatis bij het analyseren van de ontwikkelingen in het onderwijs en ondersteun ik hen bij het samenstellen van publicaties hierover. Ik leer dagelijks en voer ik mijn werkzaamheden met veel enthousiasme uit!”

naar boven

Klantcase

Een toekomstvaste en gebruikersvriendelijke leeromgeving voor Universiteit Gent

studente Gent
Copyright Universiteit Gent

De Universiteit Gent wilde de markt opgaan om een toekomstvast, intuïtief, gebruikersvriendelijk en rijk uitgerust Learning Management Systeem (LMS) te verwerven. Dit ter vervanging van het zelf beheerde LMS van de Universiteit Gent, gebaseerd op een doorontwikkelde open source oplossing. Fundatis werd gevraagd om een projectleider en projectcoördinator te leveren die, in samenwerking met de medewerkers van de Universiteit Gent, de aanbesteding tot en met de gunning in goede banen konden leiden.

Doelstelling
De doelstelling van de opdracht was als volgt: begeleid Universiteit Gent bij de vervanging van de huidige leeromgeving door een nieuwe moderne leeromgeving. Een voorwaarde die aan de nieuwe leeromgeving werd gesteld was dat het een SaaS-oplossing moest zijn die haar kwaliteit en toegevoegde waarde in het hoger onderwijs heeft bewezen.

Verschillen Nederland en Vlaanderen
Voorafgaand aan de opdracht waren we benieuwd of we grote verschillen zouden ontdekken tussen dit project bij een Vlaamse instelling en vergelijkbare projecten bij Nederlandse instellingen. Onze conclusie is dat dit op hoofdlijnen niet het geval is. Op detailniveau zijn er wel verschillen te vinden tussen het werken in een Nederlandse en in een Vlaamse instelling: bijvoorbeeld in de organisatie, de cultuur en de taal. De verschillen in taal springen daarbij nog het meest in het oog. Waar wij het in Nederland bijvoorbeeld zeggen dat ‘de docenten die volgende week niet kunnen langskomen, omdat ze momenteel andere zaken aan hun hoofd hebben’, zouden de Vlamingen zeggen dat ‘de lesgevers volgende week niet kunnen afkomen, omdat ze andere katjes te geselen hebben’. De verschillen in taal leiden gelukkig niet tot Babylonische spraakverwarringen, maar zorgen vooral voor een extra vrolijke noot in de samenwerking.

Plan van aanpak en programma van eisen
Net als bij vergelijkbare projecten in Nederland bestond de eerste fase van de oplossing uit twee onderdelen: het opstellen van een gedragen Plan van Aanpak en het opstellen van een Programma van Eisen en Wensen. In het Plan van Aanpak zijn onder andere de doelstellingen, de planning en de begroting van het project tot en met implementatie meegenomen. In het Programma van Eisen en Wensen zijn samen met vertegenwoordigers vanuit het onderwijs en de ICT van de Universiteit Gent de eisen en wensen aan het nieuwe LMS verzameld en tot het juiste detailniveau gebracht. De diverse specifieke eisen en wensen van de Universiteit Gent werden hierbij uiteraard meegenomen om het goed aan te laten sluiten op de eigen onderwijsvisie. Geen van deze eisen en wensen leken voort te komen uit verschillen tussen Nederland en Vlaanderen.

Aanbesteding met onderhandeling
Qua type aanbesteding was er wel een inhoudelijk verschil met aanbestedingen die we hebben geleid in Nederland. In overleg met de afdeling Aankoop is het besluit genomen om te kiezen voor een mededingingsprocedure met onderhandeling. Bij dit type procedure wordt eerst een voorselectie gemaakt van kandidaat-leveranciers aan de hand van minimumeisen (bijvoorbeeld referenties en economische draagkracht). Vervolgens wordt er op basis van een door de instelling opgesteld bestek een initiële offerte uitgebracht door de kandidaat-leveranciers. Deze initiële offerte is niet het eindpunt van de onderhandelingen, maar juist het beginpunt. Behalve over de minimumeisen die zijn gesteld in de eerste fase, valt er op dit moment namelijk over veel aspecten van de initiële offerte nog te onderhandelen. Het grote voordeel van deze aanpak is dat je binnen de procedure veel contact kan hebben met de kandidaat-leveranciers, zodat de specifieke wensen en eisen van de instelling kunnen worden bevraagd en verhelderd. Het resultaat van deze onderhandelingen is een Best and Final Offer (BAFO) van de kandidaat-leveranciers, waarin de kandidaat-leveranciers de input in de onderhandelingsfase hebben kunnen gebruiken om hun offerte aan te scherpen.

Resultaat
Fundatis heeft ervoor gezorgd dat de Universiteit Gent beter naar boven heeft gekregen naar wat voor Learning Management Systeem ze op zoek zijn. Daarbij heeft Fundatis in samenwerking met de afdeling Aankoop van de Universiteit Gent de meest geschikte procedure gekozen en geholpen om de valkuilen die er tijdens een LMS-inkooptraject zijn te vermijden. Hierdoor is de Universiteit Gent met vertrouwen de onderhandelingsfase ingegaan, die in het tweede kwartaal van 2018 zal leiden tot gunning aan één van de kandidaat-leveranciers.

Voor meer informatie, neem contact op met Anne Floor Erdman via annefloor.erdman@fundatis.nl of Robbie Nijsse via robbie.nijsse@fundatis.nl

naar boven

Bijeenkomst

Versnellingsagenda voor onderwijsinnovatie

versnellingsagendaDe versnellingsagenda voor onderwijsinnovatie, opgesteld door SURF, de VSNU en de vereniging Hogescholen, en gepresenteerd tijdens de SURF Onderwijsdagen in november vorig jaar, is vooral de presentatie van een ambitie. De ambitie om de innovatie aan te jagen en Nederland op de kaart te zetten als voorloper op het gebied van onderwijsinnovatie. Namens Fundatis vat ik de ambities samen en geef ik een reactie.

Echte versnelling realiseren
Een cynische lezer kan de versnellingsagenda gemakkelijk afdoen als een document dat vol staat met mooie woorden en ronkende ambities, maar dat weinig concreet ingaat op het hoe. Zo kijk ik er zeker niet tegenaan. Ik persoonlijk en wij als Fundatis onderschrijven de ambitie van instellingen in het hoger onderwijs om een tandje bij te zetten om daarmee een echte versnelling te realiseren. Kort gezegd: studenten leven digitaal en verwachten de mogelijkheden van ICT ook in het onderwijs te kunnen benutten. Hier niet op inspelen is gewoonweg geen optie. Fundatis voerde al veel projecten uit rondom thema’s uit de versnellingsagenda en blijft dit natuurlijk doen. In 2018 zullen we ook op andere manieren aandacht besteden aan onderwerpen uit de versnellingsagenda en daarmee een bescheiden bijdrage leveren aan het realiseren van de gestelde ambities.

Beide benen op de grond
De versnellingsagenda zelf is geworteld in de belofte van ICT voor het onderwijs. Het erkent de kansen en de vele activiteiten die in dit kader ook al plaatsvinden en de soms forse investeringen die hiermee gepaard gaan. Tegelijkertijd blijven SURF, VSNU en de vereniging Hogescholen met beide benen op de grond staan en ontstaat nooit een hallelujastemming. Ze erkennen dat ambities van instellingen verschillen, er tempoverschillen bestaan en er is ook rekenschap gegeven van de moeite (en investeringen) die instellingen in het hoger onderwijs hebben gedaan zonder dat resultaten overweldigend te noemen zijn.

Drie thema’s
In de versnellingsagenda worden drie thema’s genoemd waarlangs gewerkt gaat worden. De eerste is de aansluiting met de arbeidsmarkt. Kortweg: welke digitale geletterdheid wordt verwacht, welke digitale weerbaarheid hebben studenten nodig rond ethische kwesties en welke voorbereiding moeten we docenten bieden. Het tweede thema is de flexibilisering van het onderwijs. Instellingen verschillen sterk over de definitie en invulling van dit begrip. In de versnellingsagenda wordt de flexibilisering gedefinieerd als; modularisering van curricula, micro-credentialing, afstandsonderwijs, online onderwijs en de vele mengvormen met face-to-face onderwijs. Het derde en laatste thema is het slimmer en beter leren met technologie.

Aangenaam praktisch vormgegeven
De versnellingsagenda wil een platform bieden waar in coalities innovatie kan plaatsvinden, samenwerking met techbedrijven wordt vormgegeven, kennis wordt gedeeld, onderzoek plaatsvindt en ook ‘good practices’ en ‘bad practices’ beschikbaar komen. Vooral de aanpak in de vorm van ‘doetanks’ valt op. De insteek is aangenaam praktisch vormgegeven maar lijkt al te sterk ingestoken op het Nederlandse speelveld en mist naar onze mening nog de samenwerking met internationale consortia zoals bijvoorbeeld IMS Global. Juist standaardisatie op het vlak van connectiviteit maar ook het toewerken naar 100% open leermateriaal en 100% open data is in de aard van het onderwerp vooral een thema dat een internationale aanpak verdient en niet nationaal kan worden opgelost.

Flexibilisering gekoppeld aan standaardisatie
Terecht wordt in de versnellingsagenda ook de koppeling gelegd met flexibilisering van het onderwijs. Ik vind vooral de alinea sterk waarin flexibilisering wordt gekoppeld aan standaardisatie. Om flexibel te worden moeten we standaardiseren. Deze schijnbare paradox betekent dat processen, kenmerken en protocollen gestandaardiseerd moeten worden alvorens flexibilisering echt mogelijk wordt. Interessant om te bedenken dat standaardisatie vaak gepaard gaat met een gevoel van inleveren. Het profijt van standaardiseren ligt vaak ergens anders of later in de tijd.

Landelijk SIS
Een van de standaardisaties waar wij als Fundatis over nadenken is de toekomst van het studenteninformatiesysteem en dan vooral op het gebied van de Inschrijfkant. Flexibilisering en de digitalisering van het onderwijs is wellicht het moment om ook de discussie over een landelijk studentinformatiesysteem voor de registratie van aanmeld- en inschrijfgegevens (op onderwijs) te heropenen. Zo’n landelijk SIS kan het voor studenten makkelijker maken onderwijs te volgen aan andere instellingen, life long learning ondersteunen, maar ook een aanjager zijn voor onderwerpen als micro-credentialing, onderwijscatalogus en het student gebonden portfolio.

Interne belemmeringen
Tenslotte; de innovatie wordt niet zozeer belemmerd door externe factoren als de stand van de techniek of zelfs de aanwezigheid van voldoende middelen, maar vooral door interne belemmeringen als de ruimte die professionals hebben en voelen om hun onderwijs te innoveren. Laagdrempelige (en goedkope) ondersteuning op didactiek, instructional design en eenvoudige video-mogelijkheden zijn nog geen vanzelfsprekendheid. Binnen het wetenschappelijk onderwijs speelt bovendien mee dat de dominantie van onderzoek nogal eens de aandacht afleidt van het onderwijs.

Meer informatie
Fundatis heeft veel ervaring met flexibilisering van het onderwijs. We weten hoe student-administratieve processen verbonden zijn met onderwijslogistiek en de (digitale) leeromgeving. We hebben ervaring met de organisatieverandering die nodig is om de innovatie teweeg te brengen, maar vooral ook om deze te verankeren in processen, gedrag en besturing. Wilt u eens verder praten of meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met Walter Groen, via walter.groen@fundatis.nl.

naar boven