We zien de laatste tijd een trend in het flexibiliseren van onderwijs. Deeltijdonderwijs is een vorm van flexibel onderwijs waar veel hogescholen zich momenteel serieus mee bezighouden. Deels omdat er steeds meer behoefte aan is in de markt, maar ook omdat de het aantal voltijdstudenten afneemt. Verschilt een deeltijdopleiding wezenlijk van de voltijdvariant? En wat zijn de uitdagingen bij het ontwikkelen van deeltijdonderwijs? Maarten Bremer, directeur Avans Deeltijd deelt zijn ervaringen met ons.

 

Maarten Bremer

 

Gefaseerde aanpak

“Eind 2013 zijn we begonnen om alle deeltijdopleidingen onder te brengen in een deeltijdacademie”, vertelt Maarten. “We pakken dit gefaseerd aan. Zo begonnen we met het samenvoegen van alle economische opleidingen. Steeds komt er weer een nieuwe opleiding bij. We zijn dus een deeltijdacademie in beweging”.

Groot potentieel

“Het potentieel voor deeltijdopleidingen is groot. Diploma’s worden steeds belangrijker, denk bijvoorbeeld aan de BIG-registratie. Ook zie je dat mensen na het voortgezet onderwijs niet altijd meer automatisch doorstromen naar een vervolgstudie. Ze gaan bijvoorbeeld eerst een aantal jaar werken. Als ze een beter beeld hebben van wat ze echt willen, kloppen ze bij ons aan. En dan past een deeltijdstudie vaak goed”.

Voltijd en deeltijdopleidingen zijn wezenlijk anders

Het inrichten van deeltijdonderwijs is niet het één op één overnemen van de voltijdlessen naar deeltijd. Er zijn wezenlijke verschillen tussen deze twee.

Andere doelgroep

“De doelgroep van deeltijdstudies is heel anders dan die van voltijdonderwijs. Deeltijdstudenten werken en zijn meestal ook ouder. Zij nemen de ervaringen van hun werkplek mee naar school. Dan wil je als school niet altijd aan je eigen onderwijsinhoud vasthouden. Stel, een deeltijdstudent is kwaliteitsmanager. Wij behandelen binnen onze opleiding met name het ISO-model. Maar werkt de student met een ander kwaliteitssysteem, dan moet je daar wat mee: dat wil je faciliteren”.

Valideren van de werkervaring

“Een ander punt is het valideren van de ervaring die een student heeft als hij bij ons komt. Een voltijdstudent begint gewoon met zijn studie, maar een deeltijder heeft al allerlei zaken geleerd in de praktijk, die hij of zij meebrengt naar de opleiding. Door al die ervaring hoeft hij niet altijd alle onderdelen op school te volgen. Maar wat is die ervaring dan precies waard? Je moet dit uiteindelijk kunnen vertalen naar studiepunten en vrijstellingen”.

Andere didactische aanpak

“De lessen van deeltijd- en voltijdstudies verschillen ook. Heb je het tijdens een les bijvoorbeeld over ‘werkoverleg’, dan moet je een voltijdstudent eerst uitleggen wat dat is. Een deeltijder heeft een werkoverleg op zijn werk en kan deze term dus meteen plaatsen. Dan is het bijvoorbeeld interessant om te horen van medestudenten hoe het werkoverleg binnen hun organisatie verloopt. Je wilt bij deeltijdonderwijs dus steeds aansluiting zoeken bij wat mensen al weten. Inhoudelijk verschillen deeltijd- en voltijdopleidingen misschien niet erg van elkaar, maar didactisch is toch een heel andere aanpak nodig”.

Werkplekleren

“Een ander belangrijk verschil is, dat deeltijdstudenten een werkgever hebben. Een werkgever is vaak geïnteresseerd in de studie van zijn medewerker. Daar kun je wat mee doen. Bijvoorbeeld door vraagstukken en opdrachten uit hun dagelijkse werk in te laten brengen. Op deze manier leren de studenten ook veel op hun werkplek. Cases en stages bestaan natuurlijk ook bij de voltijdopleidingen, maar er is een groot verschil tussen een stage of je dagelijks werk”.

Balans online- en contactonderwijs

“Bij deeltijdopleidingen is de balans tussen online leren en contactonderwijs belangrijk. De studenten moeten het toch kunnen combineren met hun werk. Veel online doen, klinkt mooi en het kan efficiënt werken, maar de student moet er wel tijd voor nemen en een flinke dosis zelfdiscipline hebben. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende contactmomenten zijn. Wij zijn een groot voorstander van het leren van elkaar”.

De uitdagingen bij het ontwikkelen van flexibel onderwijs

Het vormgeven van een deeltijdacademie brengt pittige uitdagingen met zich mee. Maarten noemt de belangrijkste.

De docenten

“Een docent die altijd gewend is geweest om voltijdstudenten les te geven heeft niet automatisch de ambitie om dit ook voor deeltijders te doen. Sommige docenten haken na een paar jaar af. Je moet het ook echt leuk vinden om op een andere manier les te geven en je moet openstaan voor verandering. Daarnaast zijn praktijkdocenten voor ons heel waardevol. Zij zijn op de hoogte van wat er in de praktijk speelt. Maar zij zijn vaak weer niet gewend aan lesgeven en moeten daarin worden begeleid. Gewijzigde wetgeving (eerst de VAR, nu het DBA) maakt het inzetten van deze praktijkmensen ook niet makkelijker”.

De marketing

“De marketing is ook een uitdaging. We moeten het opnemen tegen commerciële partijen als de NCOI, die zich (met een immens marketingbudget) presenteert als “De opleider van werkend Nederland”. Professionals denken nog onvoldoende aan hogescholen als ze willen studeren naast hun werk. Wij werken in onze profilering naar buiten wel met andere hogescholen samen, maar het is soms lastig om alle partijen op één lijn te krijgen. En daarnaast willen wij als Avans Deeltijd natuurlijk ook onze eigen naam op de kaart zetten”.

Kennis valideren

“Een vraagstuk waar we mee worstelen is: hoe vinden we een goede manier om de ervaringskennis van een student te valideren? Nu zijn potentiële deeltijdstudenten veel tijd kwijt met het opstellen van een portfolio. We willen dit hele proces vereenvoudigen. We willen voorkomen dat studenten een complete studie volgen, omdat ze het aanvragen van vrijstellingen teveel rompslomp vinden. Hoe we dit moeten doen, zijn we nog aan het uitvinden”.

Associate degree

“Naast het “traditionele” deeltijdonderwijs hebben we nu ook een andere mooie vorm van flexibel onderwijs: de Associate degree (Ad). Hiermee hoef je niet vier jaar achter elkaar te studeren om je HBO-diploma te halen, maar kun je het opknippen in twee keer een periode van twee jaar. Na de eerste twee jaar behaal je je Ad-diploma. Sommige studenten hebben net even wat meer werkervaring nodig om hun bachelor te kunnen halen. Met je Ad heb je al een hbo-diploma en kun je bijvoorbeeld een paar jaar gaan werken. Wil je daarna je bachelor halen, dan kom je terug voor nog twee jaar studie”.

Strategische ontwikkeling

“Avans Hogeschool ziet het deeltijdonderwijs als strategische ontwikkeling. Bij het vormgeven van deze vorm van onderwijs krijgen wij vanuit het College van Bestuur gelukkig alle ruimte en steun om te experimenteren. Hierdoor zijn we bij Avans Deeltijd in staat ons werk goed uit te voeren”.