Onderwijs en Onderzoek speelt zich steeds meer digitaal af. Digitale interactie tussen studenten en docenten, tussen studenten onderling, maar ook tussen onderzoekers. Er wordt daarbij steeds meer gebruik gemaakt van digitale content. Betekent dit dat boeken straks alleen nog maar als decoratiemateriaal of geluidsisolatie dienen in de universiteitsbibliotheken? En welke gevolgen heeft dit dan voor deze bibliotheken? Gaan ze verdwijnen of bieden deze ontwikkelingen juist nieuwe kansen? Wij vroegen het Hilde van Wijngaarden, directeur van de Universiteitsbibliotheek van de VU.

 

Geschiedenis en IT

Hilde is van oorsprong historica. Na haar promotie ging ze in de IT-sector werken. Dit bleek een prima basis te zijn voor haar latere werk in de bibliotheekwereld van het hoger onderwijs. Haar bibliotheekcarrière startte in 2003 bij de Koninklijke Bibliotheek. Daarna werd ze hoofd bibliotheek bij de Hogeschool van Amsterdam. Inmiddels werkt ze bij de VU als directeur van de Universiteitsbibliotheek. Hilde ziet veel nieuwe ontwikkelingen in de bibliotheekwereld. “En dan hebben we het niet over de omslag naar digitalisering”, zegt Hilde. “Eerlijk gezegd is de digitalisering voor de meeste bibliotheken inmiddels wel voltooid.” Maar over welke ontwikkelingen hebben we het dan wel?

De bibliotheek als studie- en ontmoetingsplek

Een belangrijke ontwikkeling die Hilde ziet, is dat de bibliotheek steeds meer de functie van werk-, studie- en ontmoetingsplek krijgt. Studenten brengen tegenwoordig meer tijd door op de campus en ook in de bibliotheek; ze zoeken er verdieping en interactie. Daarnaast werken studenten tijdens hun studie steeds meer samen. De bibliotheek van nu ziet er daarmee echt anders uit dan zeg tien jaar geleden. Lange rijen met boekenkasten hebben plaatsgemaakt voor werk- en overlegplekken. De bibliotheken organiseren debatten en workshops informatievaardigheden waarmee ze een bijdrage leveren aan (academische) vorming, community-vorming en interactie.

Het adviseren van docenten over auteursrecht

Hilde ziet ook een grotere rol voor de bibliotheken weggelegd bij het adviseren van docenten over auteursrecht bij het gebruik van bijvoorbeeld artikelen en boeken in hun onderwijs. Deze rol had de bibliotheek altijd al wel, maar in de sterk gedigitaliseerde wereld is het auteursrecht ingewikkelder dan ooit. De licentiestructuren van uitgevers zijn zeer complex en ondoorzichtig. Hierdoor maken ook docenten die hun best doen de regels goed toe te passen toch gemakkelijk fouten. Het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder hiervoor de rechthebbenden te betalen kan flinke boetes opleveren voor universiteiten en hogescholen. De bibliotheek kan de hoger onderwijsinstellingen ondersteunen bij het terugdringen van onrechtmatig gebruik van dit materiaal. Dit is geen gemakkelijke, maar wel een belangrijke taak, omdat op die manier hoge boetes kunnen worden voorkomen en zorgvuldig omgaan met auteursrechten wordt gestimuleerd.

Open onderwijs en open onderzoek

Er speelt ook nog iets anders: de opkomst van ‘open educational resources’. Bij zogenaamde open leermaterialen geeft de auteur toestemming aan iedereen om de werken vrij te gebruiken voor ieder doel, ze te kopiëren, te wijzigen en gewijzigde versies te distribueren. Dit heet een open licentie en gebeurt vaak met gebruik van Creative Commons-licenties. Bibliotheken stimuleren het creëren en het gebruiken van open onderwijscontent omdat het goed is voor de kwaliteit van het onderwijs, maar ook omdat het positief is voor de toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten. Produceren en werken met open onderwijscontent vraagt een cultuuromslag bij docenten waarbij ze leren vertrouwen op materiaal dat elders is gemaakt. De professionele vrijheid van de docent blijft daarbij fier overeind!

De rol van uitgeverijen; kleiner en anders

Hoe verwacht Hilde dat de rol van uitgeverijen in de toekomst zal zijn? Passen zij nog wel in de tijd van open educational resources en open access onderzoek? “De rol van uitgeverijen hoeft niet uitgespeeld te zijn”, denkt Hilde, “maar hun focus zal wel verlegd moeten worden. Het verdienmodel is nu vooral gebaseerd op licenties. Onderwijsinstellingen betalen vaak grote sommen geld om content te mogen gebruiken. Als open educational resources en open access publicaties echt doorzetten, kan het huidige verdienmodel van uitgeverijen een achterhaald fenomeen gaan worden.” Hilde zou graag zien dat uitgeverijen zich transformeren tot een leverancier van diensten. Zij zouden instellingen kunnen ondersteunen met bijvoorbeeld het produceren van visueel aantrekkelijk en didactisch verantwoord materiaal. Uitgeverijen zijn beter dan onderwijs- en onderzoeksinstellingen in staat dit goed en snel te verzorgen. Hilde denkt dat onderwijsinstituten bereid zijn voor dit soort specifieke diensten te betalen, omdat het de kwaliteit verhoogt en het hen veel werk uit handen neemt.

Intensievere samenwerking leidt tot kostenbesparing

Een ontwikkeling die Hilde zelf heel graag zou zien is een intensievere samenwerking tussen de bibliotheken van de universiteiten en hogescholen. “Nu heeft elke universiteit en hogeschool zijn eigen bibliotheek en zijn er daarnaast nog openbare en instituutsbibliotheken. Dat is ook belangrijk. Maar er zijn veel onderwerpen waar we samenwerking in kunnen zoeken. Denk aan het gezamenlijk afkopen van licenties van materiaal. Dat doen de universiteitsbibliotheken nu al samen en dat werkt goed, maar zou veel breder opgepakt kunnen worden. Of wat te denken van het opslaan van alle boeken op één locatie. Dat bespaart bijvoorbeeld veel ruimte. Schaarse vierkante meters in de bibliotheken van Nederland kunnen zo worden vrijgespeeld voor studieplekken. Dit is een besparing zonder aan kwaliteit in te boeten.”

Beter zichtbaar worden

Nederlandse universiteitsbibliotheken doen het in het wereldwijde speelveld over het algemeen goed. Ze zijn al ver op het gebied van bijvoorbeeld open access, open research en open education. “Ook als Universiteitsbibliotheek van de VU doen we het prima”, zegt Hilde. “Een uitdaging die ik nog wel voor mezelf zie is de bibliotheek nog beter zichtbaar te maken binnen en buiten de universiteit. De VU wil midden in de samenleving staan. Wij zien in het verlengde hiervan een belangrijke rol voor onze bibliotheek weggelegd om nog relevanter te worden voor zowel onderzoek en onderwijs als voor docenten en studenten binnen en buiten Amsterdam.”