Salon septemberTijdens de salon van 11 september had Fundatis Bert van der Zwaan, rector van de Universiteit Utrecht en schrijver van het boek ‘Haalt de universiteit 2040?’ te gast. Hij boeide de goed gevulde zaal in het Academiegebouw met zijn zoektocht naar en bevindingen over de toekomst van de universiteit.

Hoe het allemaal begon

“Af en toe is het goed om eens een stapje terug te doen en na te denken over zaken als: ‘Waar doen we het eigenlijk voor’”, begint Bert zijn verhaal. Hij besloot het niet te laten bij deze ene overpeinzing, maar ging er concreet mee aan de slag. Tijdens een sabbatical reisde hij de wereld rond, sprak 120 mensen op verschillende continenten en kwam terug met heel veel informatie met als doel de vraag: Haalt de universiteit 2040? beantwoord te krijgen.

Tijdens de salon ging Bert in op dit onderwerp door het volgende 3-luik te behandelen:

  • Wat speelt er op verschillende continenten?
  • Welke wereldwijde trends zijn er?
  • Hoe kunnen we ons voorbereiden op de toekomst?

De continenten vergeleken

“Het is niet eenvoudig om universiteiten wereldwijd te vergelijken”, zegt Bert. “Op de verschillende continenten zijn onder de naam ‘universiteit’ totaal verschillende systemen ontstaan met diverse culturen. Toch zijn er wel vergelijkbare problemen te ontdekken. Zo zagen we dat er op alle continenten sprake is van geldgebrek. De participatie stijgt, maar de financiële middelen krimpen. Je ziet dat de overheid geen tred kan houden in de begroting. Deze tendens is vooral zichtbaar in Amerika. Daar is sprake van een sterk terugtrekkende overheid. Maar in het Verenigd Koninkrijk zie je het ook terug. Ook in Nederland is er een privatiseringsgolf. Hierdoor dreigt een scherpe 2-deling ontstaan: privé universiteiten zoals Yales genereren steeds meer geld, terwijl de publieke universiteiten juist steeds minder te besteden hebben. Dit brengt ook sociale effecten met zich mee; afkomst wordt belangrijker dan talent. Uitzondering hierop is Azië. Dit continent heeft nog weinig last van deze ontwikkeling.”

Een erg zorgelijke ontwikkeling vindt Bert dat hierdoor een maatschappelijke kloof gaat ontstaan tussen hoog- en laagopgeleiden. Hij vindt daarom dat er in het hoger onderwijs over dit onderwerp gepraat moet gaan worden. De Universiteit Utrecht is bijvoorbeeld steeds nadrukkelijker aanwezig in de stad, onder andere in de achterstandswijken. Op deze manier moet de participatie ook andere ‘lagen’ van de bevolking aantrekken.

De wereldwijde trends

Trend 1: War for talent is on!

De economische balans is geleidelijk aan het verschuiven. De investeringen in Azië zijn fenomenaal. Onze beste talenten en wetenschappers worden door hen ‘weggekocht’. Ook zie je dat Aziaten naar Amerika gaan om zich op te laten leiden en vervolgens weer teruggaan naar Azië.

Trend 2: Urbanisatie wordt bepalend

De komende tijd zullen zich, vooral in megasteden, ‘global knowledge hubs’ vormen. Azië gaat bijvoorbeeld duidelijk profiteren van de combinatie mega-stad (dit zijn talent- en innovatie-pools) en economische kracht. Ook wereldstad Londen is een voorbeeld van zo’n ‘hub’. Verschillende toonaangevende universiteiten werken samen. Hun beleid is er ook op gericht om samenwerking te zoeken. Zelfs de infrastructuur is hierop aangepast. In Nederland doen we dat nog onvoldoende. De Randstad zou zich bijvoorbeeld kunnen profileren als zo’n hub. Ze zouden meer kunnen samenwerken met Vlaanderen en zo een ecosysteem kunnen vormen.

Trend 3: Customized education wordt de norm

Het idee dat onderwijsinstellingen bepalen welk diploma iemand meekrijgt na de studie, is achterhaald. De behoefte verschuift meer naar één jaar studie om bijvoorbeeld de bachelor te halen, waarna de stap naar het werkveld gezet wordt. Vanaf dat moment komt er vraag naar Life Long Learning (LLL). Deze ontwikkeling betekent een andere blik op het onderwijs. Een toegesneden pakket aan kennis wordt belangrijker dan het behalen van een graad. Daarnaast vraagt de arbeidsmarkt naar de T-shaped professional. Deze professional heeft specialistische kennis, maar kan ook over de grenzen van het eigen vakgebied heen kijken en verbindingen leggen. Het onderwijs zal ook op deze behoefte in moeten kunnen spelen. Bert gelooft in een systeem waarbij studenten starten met een aantal gezamenlijke onderwerpen, waarna er een leven lang toegang geboden wordt tot een LLL-portal.

Trend 4: maatschappelijke impact wordt leidend

De universitaire kennisagenda zal steeds meer bepaald gaan worden door grote maatschappelijke vragen, zoals bijvoorbeeld de Brexit. Deze trend speelt vooral in Europa en de VS. In Azië speelt dit minder. Daarnaast is er een groeiend belang van ‘de impact versus de valorisatie-vraag’ en ‘de kennis versus de wijsheid-vraag’. Vroeger was alle kennis waardevol, maar misschien moeten we nu de stap gaan maken naar wijsheid; iets dat betekenis geeft.

Voorbereiding op de toekomst

Kennis is niet alleen meer het domein van universiteiten. Inmiddels is kennis overal en voor iedereen onder handbereik. Beslissend wordt de creativiteit waarmee kennis wordt gebruikt. Creativiteit zal hoog op de agenda van het hoger onderwijs moeten komen. Laat studenten leren omgaan met kennis, leer ze vragen stellen en kritisch na te denken.

Bert is geen voorstander van MOOC: “Het op afstand zenden van een boodschap past juist niet in deze ontwikkeling. Wil je studenten leren omgaan met kennis, laat de digitale hulpmiddelen dan niet leidend zijn: gebruik het leerling-gezelmodel. Combineer dit met de juiste digitale hulpmiddelen, zoals bij blended learning.”

Onderzoek zal steeds flexibeler plaats vinden in interdisciplinair verband. Het zal meer gericht zijn op het oplossen van grote (maatschappelijke) vragen in samenhang. Dit vraagt in het onderwijs een accent op de T-shaped professional. De arbeidsmarkt vraagt brede, flexibele inzet en vooral creatief en kritisch denkvermogen. Het onderwijs zal hierop ingericht moeten worden om studenten die bagage mee te kunnen geven.

Customized learning, de-bundling en LLL zullen leiden tot een totaal andere universiteit: een netwerkende universiteit die deel uitmaakt van een kennis-ecosysteem.

Hoe ziet het hoger onderwijslandschap er in 2040 uit?

In 2040…

Is het Nederlandse ho-landschap ingrijpend veranderd:

  • Er is geen binair stelsel meer: hogescholen zijn universiteiten.
  • De dynamiek neemt enorm toe: er zijn pieken en dalen in het ho-landschap.
  • Er is meer autonomie per instelling, er komt meer differentiatie.
  • Er is een grote private markt.

Dat vraagt:

  • Nú voorbereiden op de toekomst!
  • Een sterke regie-rol van de overheid: publiek onderwijs moet bijvoorbeeld overeind blijven om te voorkomen dat privatisering de overhand krijgt.

In 2040…

Specifiek voor de positie van polytechnics/applied universities

  • Deze universiteiten zitten in een segment dat klem komt te zitten tussen research universities en private aanbieders.
  • Hun positie wordt makkelijk aangetast door digitale aanbieders.
  • Het voordeel is wel, dat ze grote kansen hebben op de LLL-markt.

Dat vraagt:

  • Een scherpe analyse van de huidige positie.
  • Niet alles willen aanbieden, maar juist een keuze maken voor een onderwijssegment waar meerwaarde mee geboden kan worden.

In 2040…

Het kennisecosysteem wordt van groot belang

  • De positie van iedere kennisinstelling versus het omringend kennisecosysteem wordt van groot belang.
  • De functionele samenhang tussen circulatie van kennis, inclusief de omringende bedrijfssectoren wordt essentieel.
  • De maatschappelijke agenda neemt in urgentie toe.

De ontwikkelingen en het Nederlandse hoger onderwijs

Bert merkt dat deze ontwikkelingen en het inspelen erop nog niet heel hoog op de agenda’s van de Nederlandse universiteiten staan. “Toch ben ik wel optimistisch. Natuurlijk, als je realistisch bent, gaan er wel problemen ontstaan. Maar debat kan helpen deze problemen te voorkomen. En ik verwacht dat Nederland dit op kan pakken.”

Het boek ‘Haalt de universiteit 2040?’ downloaden

Wilt u na het lezen van dit verslag het boek van Bert van der Zwaan graag eens helemaal lezen? Dan kunt u het gratis downloaden via de onderstaande links:
http://oapen.org/download?type=document&docid=620650 (Nederlandse versie)
http://oapen.org/download?type=document&docid=625978 (Engelse versie)